Bx Glucose 10% Viaflo Sac-zak 500ml

Op voorschrift
Geneesmiddel
Op bestelling
Ja

Onze Leveringsmethodes:

Afhaling in de apotheek

Dit is een geneesmiddel, geen langdurig gebruik zonder medisch advies, bewaren buiten bereik van kinderen, lees aandachtig de bijsluiter. Vraag raad aan uw arts of apotheker. In geval van bijverschijnselen, neem contact met uw huisarts.

Geneesmiddelen zijn geen gewone producten. Ze kunnen nooit teruggenomen of geruild worden. De wet verbiedt apothekers om ongebruikte geneesmiddelen terug te nemen. In het belang van uw veiligheid worden alle geneesmiddelen die u terugbrengt naar de apotheek gesorteerd bij de vervallen geneesmiddelen.

Als apothekers bieden we ook farmaceutische zorg. Na aankoop van een geneesmiddel of medisch hulpmiddel kun je ook contact met ons opnemen als je vragen hebt. Aarzel niet om contact met ons op te nemen via mail of telefoon.

Dit middel wordt gebruikt:  als bron van suiker (koolhydraten) alleen of, indien nodig, tijdens parenterale voeding. Parenterale voeding wordt gebruikt om patiënten te voeden die zelf niet kunnen eten. Het wordt toegediend als een langzame injectie (infusie) via een ader.

 om een laag bloedsuikergehalte te voorkomen of te behandelen (hypoglykemie die verschijnselen veroorzaakt, maar niet levensbedreigend is).

 om u extra vocht toe te dienen als uw lichaam niet voldoende water bevat (u bent gedehydrateerd) en als u extra suiker (koolhydraten) nodig heeft.

 om andere geneesmiddelen die via een ader worden toegediend, waterig te maken/te verdunnen.

De werkzame stof in dit middel is glucose (als monohydraat): 100 g per liter. De enige andere stof in dit middel is water voor injecties.

Samenstelling per 250 ml Glucose (als monohydraat): 25 g

Samenstelling per 500 ml Glucose (als monohydraat): 50 g

Samenstelling per 1000 ml Glucose (als monohydraat): 100 g

Gebruikt u naast Glucose 10 % nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of verpleegkundige.

Dit middel en andere geneesmiddelen die tegelijkertijd gebruikt worden, kunnen elkaar beïnvloeden.

Dit middel mag niet worden gebruikt met bepaalde hormonen (catecholaminen) waaronder adrenaline of steroïden omdat zij uw bloedsuikergehalte kunnen verhogen.

Sommige geneesmiddelen werken in op het hormoon vasopressine. Deze geneesmiddelen kunnen bestaan uit:

• medicatie tegen diabetes (chloorpropamide) • geneesmiddelen tegen cholesterol (clofibraat) • sommige geneesmiddelen tegen kanker (vincristine, ifosfamide, cyclofosfamide) • selectieve serotonineheropnameremmers (gebruikt om depressie te behandelen) • antipsychotica of opiaten voor krachtige pijnstilling • geneesmiddelen tegen pijn en/of ontsteking (ook bekend als NSAID's) • geneesmiddelen die de werking van vasopressine nabootsen of versterken zoals desmopressine

(gebruikt om toegenomen dorst en urine-uitscheiding te behandelen), terlipressine (gebruikt om bloeding van de slokdarm te behandelen) en oxytocine (gebruikt om de bevalling in te leiden)

• anti-epileptica (carbamazepine en oxcarbazepine) • diuretica (middelen om beter te kunnen plassen).

  1. MOGELIJKE BIJWERKINGEN

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.

Deze bijwerkingen kunnen zijn:  overgevoeligheidsreacties, waaronder een ernstige allergische reactie genaamd anafylaxie (dit kan

voorkomen bij patiënten met een allergie voor maïs): - ademhalingsmoeilijkheden; - opzwellen van de gezichtshuid, lippen en keel; - koorts (pyrexie); - netelroos (urticaria); - huiduitslag; - roodheid van de huid (erytheem). - rillingen

 veranderingen in de concentraties aan elektrolyten in het bloed (verstoringen van de elektrolytenbalans), waaronder:

  • een te laag natriumgehalte in het bloed dat kan verworven zijn tijdens ziekenhuisopname (nosocomiale hyponatriëmie). Hyponatriëmie kan leiden tot onomkeerbaar hersenletsel en overlijden ten gevolge van cerebrale oedeem/zwelling van de hersenen (zie ook de rubriek 2 "Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?")

  • laag kaliumgehalte in het bloed (hypokaliëmie);

  • laag magnesiumgehalte in het bloed (hypomagnesiëmie);
  • laag fosfaatgehalte in het bloed (hypofosfatemie).

 hoog suikergehalte in het bloed (hyperglykemie);  te veel vocht in de bloedvaten (hemodilutie en hypervolemie);  suiker in de urine (glucosurie);  reacties gerelateerd aan de toedieningsweg:

  • koorts, koortsreactie (pyrexie).
  • infectie op de plaats van injectie.

  • uittreding van de oplossing voor infusie in de weefsels rond de ader (extravasatie), wat kan leiden tot weefselbeschadiging en littekenvorming.

  • vorming van een bloedstolsel (veneuze trombose) op de plaats van infusie, wat pijn, zwelling of roodheid veroorzaakt in de omgeving van het stolsel.

  • irritatie en ontsteking van de ader waarin de oplossing toegediend wordt (flebitis). Dit kan leiden tot roodheid, pijn of een brandend gevoel en zwelling rond de ader waarin de oplossing toegevoegd wordt.

 lokale pijn of reactie (roodheid of zwelling op de plaats van infusie).  koude rillingen;  zweten;

Als een geneesmiddel toegevoegd is aan deze oplossing voor infusie, kan ook dat toegevoegde geneesmiddel leiden tot bijwerkingen. Deze bijwerkingen zijn afhankelijk van het toegevoegde geneesmiddel. Lees de bijsluiter van het toegevoegde geneesmiddel voor een overzicht van mogelijke verschijnselen.

In geval van een bijwerking moet de infusie worden stopgezet.

U mag dit middel NIET toegediend krijgen als u lijdt aan een van de volgende aandoeningen:  onvoldoende behandelde diabetes, waardoor uw bloedsuikergehalte kan stijgen tot boven de normale waarden (niet-gecompenseerde diabetes).  bewusteloosheid (hyperosmolair coma), een vorm van coma die kan optreden als u lijdt aan diabetes en niet voldoende geneesmiddelen toegediend krijgt.  verdunning van het bloed vanwege de toevoeging van te veel vocht (hemodilutie).  in de ruimten rond de lichaamscellen bevindt er zich te veel vocht (extracellulaire hyperhydratie).  hoger bloedvolume in de bloedvaten dan normaal (hypervolemie).  hoger bloedsuikergehalte dan normaal (hyperglykemie).  hoger lactaatgehalte, een chemische stof in het bloed, dan normaal (hyperlactatemie).  ernstig nierfalen (uw nieren werken niet goed en u heeft dialyse nodig).  niet-gecompenseerd hartfalen, d.w.z. hartfalen dat niet voldoende behandeld is en verschijnselen veroorzaakt zoals:  kortademigheid;  opzwellen van enkels.  onderhuidse vochtophoping verspreid over alle lichaamsdelen waaronder uw hersenen en longen (gegeneraliseerd oedeem).  leveraandoening die leidt tot vochtophoping in de buik (ascitescirrose).  aandoeningen die invloed hebben op de manier waarop uw lichaam uw suikergehalte controleert.  intolerantie (overgevoeligheid) voor glucose. Dit kan voorkomen bij patiënten met een allergie voor maïs.

CNK1082676
OrganisatiesBaxter
MerkenBaxter
Breedte131 mm
Lengte303 mm
Diepte60 mm
Hoeveelheid verpakking1
BehoudKamertemperatuur (15°C - 25°C)